Topsporter Nelli Cooman komt thuis in Nieuwerkerk
Nelli Cooman kennen we vooral van haar sportieve prestaties als atlete. Eind jaren negentig verliet ze de grote stad. Tijd om samen met haar man wat meer in de luwte te leven. Ze werkt nog steeds in Rotterdam, maar is dol op haar Duivelandse dorp en de polders eromheen.
“Eigenlijk ben ik een echte huismus”, bekent Nelli als we haar vragen naar de verhuizing naar Zeeland. “Tijdens mijn sportcarrière heb ik veel gereisd en ik vond het verschrikkelijk om altijd onderweg te zijn. Ik ben zo blij om de rust te kunnen vinden als ik thuiskom. En die heb ik hier in Nieuwerkerk.” In 1998 kwamen Nelli en haar man op Schouwen- Duiveland wonen. Ze hadden op verschillende plekken gekeken, ook in Brabant. “Maar hier voelde het gewoon meteen goed. Ik wilde graag een huis met een grote tuin, net zoals ik ooit gewend was in Suriname.”
Zeeland was niet helemaal vreemd voor haar. “Bij Sterrenslag leerde ik Edith Hogendijk (toenburgemeester van Kortgene) kennen. Zij vroeg me voor de opening van een evenement en daarna kwam ik er steeds vaker. Ook in Renesse kwam ik regelmatig.” Het wennen aan Nieuwerkerk ging gemakkelijk. “Mensen kijken hier misschien even de kat uit de boom, maar als ze je eenmaal in hun hart gesloten hebben, is het goed. De buurvrouw kwam met een bos bloemen, het was meteen raak tussen ons. Nu pas ik regelmatig op haar kindjes.”
Ook met de andere dorpsgenoten kan Nelli door een deur. “Op verjaardagen nodig ik iedereen uit. En boodschappen doen duurt soms twee uur, ik praat met iedereen. Reken maar uit, als je vier bekenden tegenkomt met wie je een half uur staat te kletsen, dan gaat het snel.” Nelli staat iedere dag om vijf uur op. “Dan begin ik met een gebed. En op de dagen dat ik niet naar mijn werk hoef, ga ik wandelen. Wanneer mijn man naar zijn werk vertrekt, ga ik om half zeven de deur uit en loop altijd hetzelfde rondje. Je komt dan natuurlijk vaak dezelfde mensen tegen. Ik wens iedereen een gezegende dag toe. Een man die ik altijd tegenkom, stopte een keer en we hadden een heel gesprek. We hebben al eens samen gebeden en een bijeenkomst bij het kampvuur bezocht. Er zijn uit mijn wandelingen al vaak mooie gesprekken en zelfs vriendschappen voort gekomen.”
Nelli maakt tijdens de wandelingen altijd een foto. Die stuurt ze door naar een speciale applijst die zo’n 160 mensen telt. “Bij de foto schrijf ik dan een Bijbeltekst. Die baseer ik op een onderwerp dat ik ergens hoor. Het kan bijvoorbeeld gaan over goedheid of schaamte. Het kost me best veel tijd, maar ik krijg er mooie reacties op. Dat iemand dat net even nodig had of het prachtig vindt. Maar sommigen vinden het té en verlaten de appgroep weer. En dat is niet erg.” Nelli vindt dat ze er niet is om mensen te veroordelen of te bekeren.
Ze haalt daarnaast veel voldoening uit de gebedsgroep die ze opgezet heeft. “Eens per maand komen we bij elkaar. Iemand bereidt iets voor en daar praten we dan over. Daarna hebben we een gebed met elkaar. Eerst waren het alleen vrouwen, maar nu zitten er ook mannen bij.” Nelli loopt over van liefde voor haar medemens. Dat merk je aan alles. Wanneer haar dochter Ronéll belt, zegt ze meerdere keren liefste tegen haar en hangt op met een vrolijk ‘ik hou van je!’ Zelf zegt ze: “De deur staat hier altijd open voor iedereen. Ook voor wie alleen is.” En lachend: “Ik houd gewoon van lekker beppen!”
“Ik ga nog steeds drie of vier dagen per week naar Rotterdam voor mijn werk als wijkregisseur. Met de Interliner ben je er zo. Je kent de buschauffeurs, maakt altijd een praatje.” Maar eerlijk gezegd gaat Nelli aan het eind van de dag graag zo snel mogelijk terug naar Nieuwerkerk. “Vroeger zei ik dat ik ooit in Rotterdam begraven wilde worden. Dat is niet meer. Dit hier is nu thuis. Ik wil hier niet meer weg, nog niet eens naar Zierikzee. Ik houd ontzettend van dit dorp en de polders. Er is zo’n punt bij een grote populier waar je uitkijkt richting Nieuwerkerk en Zierikzee. Dat is zo mooi, zo weids, als ik daar sta, voelt het net alsof dat alles van mij is.”