Huib Uil beheert de slavenkas van Zierikzee
Huib Uil (70) was gemeentearchivaris van Schouwen-Duiveland. Ook nu werkt hij nog anderhalve dag per week als vrijwilliger in het gemeentearchief en is hij veel bezig met de lokale geschiedenis. En denk je misschien: archieven en geschiedenis zijn stoffig? Nou, dan moet je Huib een keer aan het woord horen. Hij kan je alles vertellen over de aanpak van piraterij, smokkelpraktijken, de Slavenkas van Zierikzee en nog veel meer. Voor je het weet, duik je zelf de archieven in op zoek naar sappige verhalen of loop je op z’n minst een rondje extra door Zierikzee.
Geschiedenis en archieven vormen al je hele leven een grote interesse. Hoe is die interesse ontstaan?
“Waarschijnlijk net als bij veel anderen. Je wilt iets uitzoeken over je voorouders of je woonhuis. Dat soort antwoorden vind je in archieven. Maar je vindt er ook nog veel meer. Waarom heeft Zierikzee drie stadspoorten? En waarom heet Zierikzee Zierikzee? Dat kun je allemaal beantwoorden door archiefonderzoek.”
En hoe komt dat zo?
“De naam verwijst naar ene heer Zierik. De kreek waaraan Zierikzee ontstond, heette de Ee en zo werd het: Zieriks Ee. De resten van die kreek vind je nu nog bij de oude haven. En de poorten? Ooit zijn er zeven gebouwd om de stad te verdedigen. Ze werden flink hoog gebouwd zodat je vanaf de transen op de tegenstander kon schieten. Aan de poorten werd ook belasting geïnd op goederen die je invoerde. En dus werd er ook gesmokkeld. In de archieven vind je bijvoorbeeld een stuk over een boerin die eieren onder in haar mand verborg en ze zo stiekem de stad in probeerde te krijgen. Samen met Kampen zijn we trouwens de enige stad die nog drie van zulke poorten heeft. In veel steden zijn ze in de negentiende eeuw afgebroken om ruimte te creëren voor het oprukkende verkeer. Zierikzee was toen minder welvarend. Daarom zijn ze hier dus blijven staan.”
Je bent betrokken bij de Slavenkas van Zierikzee. Wat is dat?
“De Slavenkas is een fonds dat werd opgericht in 1735 om gevangengenomen Zierikzeese zeelui vrij te kopen. Schepen op en bij de Middellandse zee werden in die tijd belaagd door piraten uit Noord-Afrika (of Barbarije zoals dat toen werd genoemd). Regelmatig werden zeelui gevangengenomen. Ze werden pas weer vrijgelaten na het betalen van een fors bedrag. Het was een behoorlijk lang en ingewikkeld proces om het geld bij elkaar te krijgen. De reders van Zierikzee hebben toen contact gelegd met het stadsbestuur omdat ze een slavenkas wilden oprichten om zeelui eenvoudiger vrij te kunnen kopen.”
Hoe werkte die Slavenkas?
“Elke zeeman moest een klein deel van zijn gage afstaan aan de kas en met dat geld konden mensen worden vrijgekocht. Maar al snel, nog in de achttiende eeuw, veranderde de opzet van de Slavenkas. Dat had te maken met het feit dat de piraterij afnam en de kas kreeg toen een meer sociale functie. Het geld werd bijvoorbeeld gebruikt om oude zeelui te huisvesten in het gasthuis of om ze een uitkering te geven. Ook werden weduwen van een pensioen voorzien. In 1910 werd de Slavenkas gesloten voor toetredingen en in 1941 overleed de laatste weduwe die nog pensioen trok van de Slavenkas. Toch is de slavenkas er nog. Het is niet meer nodig, maar in theorie zouden we nog zeelui vrij kunnen kopen.”
Wat is jouw functie bij de Slavenkas?
“De Slavenkas wordt beheerd door zes commissarissen die worden benoemd door burgemeester en wethouders. Ik zit er nu zo’n dertig jaar bij - de laatste jaren als president-commissaris. Een eervolle taak. We houden ons nog zo veel mogelijk aan onze oorspronkelijke statuten en steunen met inkomsten uit rente initiatieven die mensen bewust maken van de maritieme historie van Zierikzee. Door de lage rente zijn die mogelijkheden momenteel wat beperkt en bekostigen we vooral publicaties, maar in het verleden verzorgden we vaartochten voor Zierikzeese schoolkinderen en ook hebben we het rolpaard van het kanon bij de Noordhavenpoort gefinancierd. Verder hebben we meerdere bijzondere historische scheepsmodellen laten bouwen die je nu nog in het Stadhuismuseum kunt zien. Zo maken we mensen bewust van de maritieme geschiedenis van de stad en hoe de koopvaardij en visserij daar een belangrijke rol in speelden.”
Is het doorgeven van kennis belangrijk voor je?
“Naast m’n uitzoekwerk geniet ik vooral van het doorgeven van kennis. Ik laat mensen graag kennismaken met de lokale geschiedenis in mijn wekelijkse column voor de Wereldregio. Ook geef ik lezingen en rondleidingen. Laatst heb ik nog een praatje gehouden voor bewoners van het appartementencomplex aan de Manhuisstraat. Daar ligt een mooi hofje. Maar weinigen van hen wisten dat en nog minder waren er wezen kijken. Ik was klaar en liep naar huis. Kwam ik één van die mensen tegen. Die was gelijk naar dat hofje gaan kijken. Dat is mooi, toch?”